Sommige mensen krijgen spontaan tranen in de ogen wanneer ze een kat zien. Niet omdat ze het dier zo schattig vinden, maar omdat ze er allergisch voor zijn. Comfortabel is het niet, maar toch willen heel wat mensen die allergisch zijn voor katten hoe dan ook graag een kat houden. In sommige gevallen lukt het hen, al komt er wel een beetje geluk en hulp van de dokter bij kijken.
Wat veroorzaakt kattenallergie?
Mensen die allergisch zijn voor katten, hebben een immuunsysteem dat overmatig reageert op kattenallergenen genaamd FELD-1-eiwitten. Dat zijn cellen die voorkomen in de huidschilfers, haren en het speeksel van katten. De ene kat produceert al wat meer FELD-1-eiwitten dan de andere.
Hypoallergene kattenrassen
Alle katten maken FELD-1-eiwitten aan, dus honderd procent ‘hypoallergene’ katten bestaan niet. Wel zijn er kattenrassen die zo weinig allergenen produceren dat heel wat mensen met een kattenallergie er weinig tot zelfs helemaal geen last van hebben. Het gaat om:
- de sphynx (naaktkat)
- de devon rex
- de cornish rex
Ben je allergisch voor katten en wil je graag een ‘hypoallergene’ kat in huis halen, maar weet je niet zeker hoe je lichaam er op zal reageren? Vraag de eigenaar om een proefperiode op papier te zetten.
Hyposensibilisatiekuur
Als je blijvend van je kattenallergie verlost wil zijn, kun je bij je huisarts terecht voor een hyposensibilatiekuur. De dokter dient je dan op verschillende momenten kleine hoeveelheden kattenallergenen toe, telkens een beetje meer tot je lichaam voldoende immuniteit heeft opgebouwd. Hou er wel rekening mee dat een hyposensibilatiekuur drie tot vijf jaar in beslag kan nemen.
Allergisch voor katten? Medicatie als tijdelijke oplossing
Je huisarts kan je ook medicatie (antihistaminica) voorschrijven om de symptomen van je kattenallergie te onderdrukken, maar die zijn niet bedoeld voor gebruik op lange termijn.
